Erwin Prins

Erwin, sinds wanneer ben jij lid:
Ik ben lid geworden in 1991.

Waarom ben je lid geworden:
Ik wilde eigenlijk altijd al lid worden van Pankras, omdat mijn vader daar al lid was. Ik ging als klein kind altijd al mee naar de generale en ik vond het eigenlijk altijd heel interessant al die deuren die uitkwamen in het ‘niets’. Het was een soort illusie dat er daar achter ook nog hele ruimtes waren. Toen ik de leeftijd had bereikt dat ik eindelijk lid mocht worden, zat ik midden in mijn examenjaar en vonden mijn ouders het niet zo’n goed plan dat ik mijn tijd aan andere dingen besteedde. Gelukkig sprak ik later Joop van der Zwet die mij vroeg voor een rol. Daarna ben ik nooit meer weggegaan.

Wat was je eerste rol:
Mijn eerste rol was Andries in het stuk ‘Pluizebol’.

Wat vind je het leukste bij Pankras:
Jeetje… daar vraag je me wat. Eigenlijk vind ik alles wel leuk! Ik denk de gezelligheid en de vriendschappen die ik er heb opgedaan. De sfeer is heel hecht en je voelt je opgenomen binnen de club. Eigenlijk vind ik het lekkerste dat je op maandag (ook als je geen rol hebt) even ontspannen kunt gaan kijken en daarna aan de bar met elkaar praten en lachen over niks. Dat je daarna thuis komt en je geen idee meer hebt wat er nou zo grappig was…

Wat zou je graag nog eens spelen:
Ik heb al best veel gespeeld, van vrouw tot modeontwerper, van floormanager tot bankmanager en van tuinjongen tot spook. Als ik er een moest kiezen uit het verleden, dan zou ik toch nog graag eens het Spook van Canterville willen terughalen. Qua stuk heb ik ook erg gelachen in ‘Geen sex in Sussex’.

Wat doe je altijd vlak voor een uitvoering:
Ik zit meest tot 19.30 uur lekker in de grimeruimte, waarna ik richting toneel vertrek en me opwarm met de stemmen van mensen die de zaal vullen. Ik ga meest zitten op de plek waar ik als eerste plaatsneem op toneel.

Heb je verder nog hobby’s:
Ik maak nog graag een paar uurtjes radio per week en ik vind het fijn om de voice-overs te maken voor toneel als die nodig zijn. Eigenlijk hou ik dus wel van presenteren.

Wat is je favoriete speltraining:
Oei dat is een lastige, omdat ik ook regisseer… Ik vind zelf de oefening ‘de overtreffende trap’ heel fijn, omdat de spelers dan over een drempel heen moeten en ik vind de ontspanningsoefeningen altijd prettig.

Welke rol zou je graag nog eens spelen:
Het spook van Canterville en een alcoholist met huwelijksproblemen en een  buitenechtelijke relatie (lijkt me heerlijk complex).

Welk moment op toneel vergeet je nooit meer:
Oh dat zijn er best veel. Een van de meest onvergetelijke vond ik wel dat ik in ‘Geen sex in Sussex’ speelde. Daar moesten twee spelers in een soort groggy roes met elkaar een lied zingen. Ze wisten dat ze elkaar daar niet aan mochten kijken anders zouden ze in lachen uitbarsten. Natuurlijk ging dat twee uitvoeringen goed, tot de derde het natuurlijk wel gebeurde. Ik was net af en zei tegen mijn tegenspeler: ‘Ik denk dat we hier nog wel even een paar minuten kunnen blijven staan’.
Als regisseur heb ik onvergetelijke herinneringen aan ‘Een gekkenhuis in het ziekenhuis’. Gewoon hilarisch!

Als je morgen de loterij zou winnen, wat zou je dan doen:
Heel standaard: op reis gaan zonder dat je op de kosten hoeft te letten en als het heel veel is misschien wel een ander huis kopen, maar wel in Sassem. Daar ga ik nooit meer weg!

 

Foto: Erwin als het Spook van Canterville (2012)